Johannes Kinker (1764-1845) werd in 1817 door Willem I benoemd tot hoogleraar Nederlands in Luik. Vergeleken met zijn twee andere Noord-Nederlandse collega’s in het Zuiden, Schrant in Gent en Ten Broeke Hoekstra in Leuven, kreeg Kinker de moeilijkste positie omdat hij de taak had in Franstalig gebied de studenten te enthousiasmeren voor de taalpolitiek van de regering.
Woordaantal: 57